Mensen maken geschiedenis

5/50 Familiebedrijf

“We konden 8 frank per uur méér verdienen dan bij ACEC.”

Met de bus naar Alsemberg
We spreken met Marc Verslijcke – vakbondsafgevaardigde voor het ACV - af op een winderige herfstdag. Zijn familie heeft een speciale band met Volvo - of hij hen eens wou optrommelen voor een groepsfoto? Zeer zeker!

Praten met de families Verslijcke en Buysse is teruggaan in de tijd, te beginnen op 4 januari 1965. Remi Verslijcke en zijn schoonbroer Julien Buysse werken in het toenmalige ACEC in Gent, maar konden bij Volvo acht frank per uur meer verdienen. Ze hadden keuze te over – Volvo, Texaco of Sidmar. “Het werd Volvo,” zegt Julien, “want die was het dichtst bij waar we woonden.” (De Verslijckes en Buysses zijn afkomstig van Zaffelare.)

Aanvankelijk viel het echter niet mee, met die afstand, Julien en Remi gingen aan de slag in Alsemberg, want de fabriek in Gent was nog niet klaar. Dus namen ze elke dag de personeelsbus naar de zuidrand van Brussel, waar de toenmalige invoerder SBMA begonnen was met assemblageactiviteiten. Dat duurde tot na de zomervakantie, toen ze in Gent aan het werk konden. Maar ook dan nog moesten ze naar Alsemberg, om nog auto’s af te werken die op de parking waren blijven staan met missing parts. “De sierlijsten ontbraken, want men had erover gereden met een heftruck!”

We mogen er van uitgaan dat ze wel tevreden waren over Volvo. “Soms hebben wel eens heimwee naar Volvo, en we praten er regelmatig over. Het was een mooi, boeiende, maar heel andere tijd. In Alsemberg liep er een opzichter rond die om het kwartier op een fluitje blies. Dan moest het koetswerk doorgeschoven worden naar het volgende station. In het begin maakten we acht auto’s … per dag. We werden elke week betaald, in baar geld, steeds op hetzelfde tijdstip, om drie uur. Op zekere dag was men vijf minuten te laat met het loonzakje. Meteen gooiden de Walen en de Italianen het werk neer. “Pas payer, pas travailler,’ klonk het. En de stekker werd eruit getrokken.”

Julien is niet op zijn mondje gevallen, en dat geldt eigenlijk voor de hele familie. Remi ging bij de vakbond, en ook Marc is personeelsvertegenwoordiger voor het ACV. Francette Van Hoecke, de vrouw van Julien, was het eerste personeelslid van de keuken; zij kwam op 13 december 1965 in dienst. Hun dochter, Brigitte, kwam in 1988 bij Volvo, en werkt nu ook in de keuken. De broers Eric (geboren 1964), Dirk (1965) en Marc (1966) kwamen in het begin van de jaren tachtig bij Volvo werken. Dirk werkt in de Lasfabriek, en Eric in de nachtploeg in GC.

Hoe uniek ze ook zijn, ze zijn geen uitzondering, de Verslijckes en de Buysses. En meteen komen de anekdotes van die andere familie, de Rooyaerts. En de verhalen van die eerste rechtsgestuurde Amazone, waarvan de productiebaas dacht dat het stuur ontbrak, en van de bussen die altijd maar in panne stonden, en de directeur die hen 1000 frank gaf om iets te gaan drinken, terwijl ze wachtten op een volgende bus, en dan het verhaal toen ze nog met een bestelwagen werden opgehaald naar Alsemberg, en er geen tijd was voor een sanitaire stop … Nee, praten met de Verslijckes en Buysses betekent ook: we kunnen niet alles noteren en publiceren!

Het familieverhaal eindigt hier niet. Brigitte, Marc en Eric hebben kinderen die ondertussen al regelmatig als jobstudent voor Volvo gewerkt hebben. Komt de volgende Volvo-generatie eraan?

Naar boven