Mensen maken geschiedenis

37/50 50 jaar sociale opleiding

Als er één zaak is die steeds weerkeert als rode draad in het verhaal van Volvo Car Gent, is het die: het belang van goede sociale relaties.

Staking
Er zijn maar een paar anciens meer over die de grote staking van 1978 hebben meegemaakt. Door de twee oliecrisissen kelderde de autoverkoop, en Volvo Car Gent moest de tweede ploeg afschaffen. Er waren een paar honderd jobs in gevaar. Het overleg liep vast, en op 24 maart 1978 dienden de vakbonden een stakingsaanzegging in. Het conflict was hard en duurde meer dan drie weken. Piketten blokkeerden de toegang tot het bedrijf; bussen die werkwilligen binnenreden, werden bekogeld. Na deze uitputtingsslag groeide langzaamaan - zowel bij de vakbonden als bij de directe - het besef dat het zo niet verder kon. In het conflictmodel is de winst van de ene partij meteen ook het verlies van de ander. Fabrieksdirecteur Robert Bequé bracht een nieuwe visie binnen: personeelsleden en het bedrijf hebben in wezen dezelfde belangen. Het bedrijf moet rendabel zijn om te kunnen groeien, en daar profiteren de werknemers van mee. Maar ook: werknemers verdienen respect en goede arbeidsvoorwaarden. Robert Bequé zag de vakbonden als échte gesprekspartners, en baseerde zijn houding op vertrouwen. Hij wist dat een goede beslissing gedragen diende te zijn door de werknemers, en betrok daarom de vakbonden bij het beleid. Open communicatie was een eerste voorwaarde om het vertrouwen te herstellen.

De grote staking had uiteindelijk een louterend effect - alle partijen wilden nu samenwerken, in het belang van het bedrijf én het personeel. De vakbonden verdedigen nog altijd in de eerste plaats de belangen van hun leden, maar beseffen dat ze met een pragmatische houding méér bereiken dan wanneer ze zich profileren en standpunten innemen die achteraf niet realistisch blijken.

Eén stem
Ook de huidige generatie vakbondsmensen verkiest om als één delegatie de belangen van de werknemers te verdedigen. Als er standpunten ingenomen worden, zijn die gemeenschappelijk. Ze beseffen dat onze vorm van sociaal overleg uitzonderlijk is in België. “Het bedrijf heeft de vakbonden die het verdient,” zegt Filip Mortier (LBC). “Wie vertrouwen geeft, krijgt vertrouwen terug.”

Verantwoordelijkheid nemen blijft wel dansen op een slappe koord. Het is gemakkelijker om ‘nee’ te zeggen dan ‘ja’, of ‘ja maar’. Maar de vakbonden geloven dat ze alleen door constructief overleg het beleid mee kunnen sturen. “Anders hol je achter de feiten aan,” zegt Bruno Vermeren (ACLVB). “Met de houding zijn we vrij uniek,” weet ook Peter De Sutter (BBTK). “Heel vaak verkiest men nog het conflictmodel, en dat zien we ook bij de werkgevers. Maar het zoeken naar een consensus is de enige manier om te overleven,”

Ook de arbeidersbonden beklemtonen dat het overlegmodel de beste manier is om de belangen van de medewerkers te verdedigen. “We hebben de grote staking niet meer meegemaakt,” zegt Gino Hautekeete (AVC-Arbeiders). “Maar vroeger werd het werk wel vlugger neergelegd dan nu. Dat dat gebeurde, was een teken van gebrek aan wederzijds vertrouwen. Daar is er hard aan gewerkt, langs beide kanten.” Dat is ook het oordeel van Patrick Van Hijfte (ACV-Arbeiders): “Het is niet gemakkelijk om een CAO te maken doe voor iedereen goed is, maar we mogen fier zijn op wat we bereikt hebben,”

Juan Bauwens (ABVV-Arbeiders) herinnert zich nog levendig de Beleidsnota, waarin de medewerker expliciet stond vermeld als belangrijke stakeholder. “De mens centraal stellen, dat is wat Volvo uniek maakt. Het is aan ons om erover te waken dat dat niet verwatert.”

Zijn collega Philippe De Schryver wijst wel op een verandering: “Vroeger hadden we in Gent een grotere beslissingsbevoegdheid. Nu is Gent deel van een globaal geheel en wordt er meer centraal beslist.”
Benny Van Kerschaver (ACLVB) kijkt terug op het verleden, en is fier op wat we bereikt hebben. “Het sociaal model heeft daar in belangrijke mate toe bijgedragen.”

Als er één ding is wat alle vakbondsmensen bezighoudt, is de langer wordende loopbaan, en de behoefte aan werkbaar werk. “We hebben al enkele stappen gezet, maar er is nog werk aan de winkel,” zo klinkt het. 

Naar boven