Mensen maken geschiedenis

33/50 Volvo Gent stevig op de kaart : van 1991 tot 2000

Het succes waarmee een nieuw model eerst in Gent werd geïntroduceerd, vormde de basis voor een lange groeiperiode. Al zorgde de crisis tegen het einde van deze periode voor heel wat onzekerheid.

Sprong in het onbekende.
Een nieuw model in productie nemen buiten Zweden, het was een grote sprong in het onbekende. Dat Volvo voor Gent koos  om de Volvo 850 in 1991 te lanceren, was het gevolg van verschillende  factoren - de timings van de lancering van de verschillende  modellen, de mogelijkheden om uit te breiden, maar ook  het hoge kwaliteits- en efficiëntiepeil van Volvo Car Gent. Dat  laatste was gebaseerd op een sociaal beleid dat de menselijke  inbreng centraal stelde, de gedrevenheid van ‘de Gentenaars’ en  de wil om zich te bewijzen. Nieuwe productieconcepten werden hier ingevoerd, zoals teamwerk volgens de Toyota-principes, lean  manufacturing (door verspilling zoveel mogelijk uit te schakelen), het delegeren van verantwoordelijkheden tot in het team, en de  opvolging van de parameters die nu nog gebruikt wordt: QCDISME.

Volvo 850, TPM en EFQM
De Volvo 850 deed het zelfvertrouwen en de competentie van Volvo Car Gent groeien. De lat werd door de toenmalige directie hoog gelegd. De Japans-geïnspireerde managementtechnieken van het Japan Institute for Plant Maintenance werden opgevolgd, wat leidde tot drie TPM-prijzen (Total Plant Maintenance), in 1991,
1996 en 1999. TPM was méér dan een onderhoudsfilosofie - het was een andere term voor lean manufacturing, met de focus op de voorwaarden om kwaliteit op de meest efficiënte manier te bereiken.
Waar TPM het productiegebeuren ingrijpend beïnvloedde, was EFQM een hulpmiddel om het brede ondernemingsbeleid te  sturen. Het model van de European Foundation for Quality Management beoordeelde de resultaten, maar nog meer de manier waarop deze resultaten bereikt werden. Het bedrijf zocht naar een gebalanceerde aanpak, door verschillende belangen met elkaar te verenigen: dat van de klant, van de aandeelhouder, de medewerker, en de samenleving rondom ons. De EFQM Award viel, in 1999, samen met de derde TPM-prijs. Deze dubbele bekroning gaf het bedrijf vleugels - world class was geen slogan meer, maar een bereikbaar doel, met steeds scherper wordende doelstellingen.

2252001.jpg

Volvo Car Gent groeide mee met het succes van de Volvo 850 en de daarvan afgeleide reeksen. De volumes groeiden tot 100.000 en 150.000 auto’s per jaar. Met de Volvo 850, die nochtans vrij conservatief gestyled was, brak Volvo met enkele tradities. De achterwielaandrijving ging de deur uit, en in de plaats kwam een voorwielaangedreven model met uitgesproken sportieve ambities, aangedreven door een nieuwe familie van vijfcilindermotoren. Een dubbele Delta-link achteras zorgde voor een dynamische rijervaring, en de SIPS-structuur bevestigde Volvo’s leiderschap op vlak van veiligheid. De reeksen die op de Volvo 850 volgden, eerst de S70 en V70, en daarna de P2-modellen (S70 en V70) mikten steeds hoger in het premiumsegment.

Gemoderniseerd
Deze laatste modellen werden gebouwd in een drastisch gemoderniseerde fabriek - de las- en spuitfabriek werden sterk gerobotiseerd, en de Eindassemblage kreeg de vorm die het vandaag nog heeft.

Het werden de (voorlopig) laatste onafhankelijk ontwikkelde modellen, want ondertussen was het autolandschap ingrijpend aan het veranderen. De moedermaatschappij AB Volvo wou zich concentreren op vrachtwagens, en zocht een koper voor haar personenautodivisie. Die werd uiteindelijk gevonden: in 1999 werd Ford Motor Company eigenaar van Volvo Cars. Door deze overeenkomst kreeg Mitsubishi Motors het recht om de volledige eigenaar te worden van de fabriek in Born (Nederlands Limburg), die het samen met Volvo bezat. Volvo moest dus uitkijken naar een nieuwe vestigingsplaats voor de compacte modellen. Het werd Gent. Dat betekende de volgende stap: volumes van meer dan 200.000 auto’s, én een nachtploeg.

De Volvo 850 zette Volvo Car Gent steviger dan ooit op de kaart, en met de komst van de compacte modellen kwam een jaarlijks volume van 250.000 auto’s in zicht. Na enig puzzelen - het gebrek aan ruimte begon acuut te worden - kon, met tussenkomst van Stad en Haven, de houtimporteur Sidoco verhuizen naar het Kluizendok. In de plaats kwam een grote logistieke dienstverlener, DSV, waardoor in de Eindassemblage ruimte vrijkwam; ende Lasfabriek werd andermaal sterk uitgebreid. Rond het jaar 2000 maakte Volvo Car Gent zich op voor een grote uitbreiding, met de komst van de P2-modellen, en het vooruitzicht op een nachtploeg.

Naar boven