Mensen maken geschiedenis

28/50 Ponskaarten op de Autobahn

Als er één sector is die razendsnel verandert, dan wel IT. Erik Vermeire, Gilbert Mussche en Philip Bauwens getuigen.
 
Praten met IT-veteranen die vijftig jaar kunnen teruggaan in de tijd, is zoals instappen in de teletijdmachine van professor Barabas. “De eerste informatisering vond plaats met ponskaartmachines,” weet Erik nog, en Gilbert heeft nog enkele ponskaarten meegebracht. “Materiaalplanning, boekhouding en personeelsbeheer gebeurden met een systeem van ponskaarten als informatiedrager. Elke auto had een ponskaart met de basisgegevens erop, zoals het mixnummer.”
Toen de eerste computer zijn intrede deed op Volvo, had die een geheugen van 16 kilobytes. De computer was zo groot als een kleerkast. Gilbert: “Programmeren gebeurde off-line, wat wil zeggen: alles neerschrijven op papier, en dan het programma laten ponsen. En dan controleren of er geen fouten inzitten.”
In 1968 kwam de beslissing om over te stappen op computers, eerst van IBM (type 360), later op Digital. “De computers werken nog sequentieel, en konden dus maar één opdracht tegelijk aan,” weet Eric. Geleidelijk aan werd de computer ingezet voor de productiesturing, zoals het beheer van de materiaalflow en de mixsequentie. “Dat was niet zonder risico - een IT-probleem kon de productie stilleggen, wat meer dan eens gebeurde,” zegt Eric. “Dan kwamen de productiechefs in de computerzaal op tafel kloppen, en vroegen ze uitleg over het probleem. Toen we begonnen tep antwoordden, kregen we meteen te horen “Zwijg maar, ik moet al die details niet weten.” Ik zei hen dat de problemen niet sneller opgelost werden als ze op onze handen stonden te kijken. Spannende tijden waren dat!”

20150522-mg2260.jpg

 Philip Bauwens kwam in 1982 bij Volvo, en staat nu in voor de IT-infrastructuur. “De kracht en snelheid van de computers is enorm toegenomen, en alles is nu met alles verbonden in een netwerk,” zegt hij. “Volvo was laat met het introduceren van PC’s, maar eens die er kwamen, was de groei explosief.”

Erik beseft dat hij een verbazingwekkende evolutie heeft meegemaakt, maar hij is ervan overtuigd dat de veranderingen steeds maar sneller en ingrijpender zullen zijn. “Laatst zag ik een productiemanager, die op zijn smart phone de productie kon volgen. Draadloos, kleiner, sneller - zo zal de toekomst zijn.”
En dan mijmert hij even...”In de jaren 70 had men in Zweden een IBM-computer. We moesten een programma gaan testen, we we reden naar Uddevalla met een auto vol ponskaarten. In Duitsland hadden we een ongeluk met de auto, en alle ponskaarten lagen uitgespreid op de snelweg. De auto was perte-totale. Een chauffeur bracht ons terug, en we stapten dan meteen op het vliegtuig, met nieuwe ponskaarten, op weg naar de IBM-computer in het verre Zweden. Onvoorstelbaar, toch?”

20150522-mg2250.jpg
Naar boven