Mensen maken geschiedenis

17/50 Op de koffie met 3 supervisors

De Volvo-kopjes waren de aanleiding. Wat volgde was een fijn weerzien met een oud-collega.

Het is een cruciale functie in de fabriek, ook al heeft ze al verschillende namen gekregen in de loop der jaren. Meestergast, werkleider, gebiedscoach, supervisor - elke benaming is een weerspiegeling van zijn tijd.
Eerst waren er meesters en knechten, en toen dat verdween, mocht je nog leider zijn, waarna ook dat uit de mode was
en je vooral moest coachen.
Noël Mortier - met pensioen sinds 2004 - was zo’n meestergast/supervisor.
Onlangs plaatste hij op Facebook een foto van een servies met koffiekopjes en schoteltjes - een cadeau voor vijf jaar Volvo Europa. Omdat de productie was opgestart in Alsemberg een jaar voordat de fabriek in Gent operationeel was, staat er op de kopjes “1964-1969”. Een mooie aanleiding, vonden we, om Noël Mortier tuit te nodigen voor een gesprek met een jonge (Sven De Clerck) en een senior (Rudy Bartholomieux) collega. Nogal wat collega’s waren op de hoogte van Noëls komst en kwamen hem begroeten. “Weet je nog...” En “Zoals met die en die...” Al vlug werd de ene anekdote na de andere opgediept. “Weet je nog toen we de werktafels schoonmaakten met wasbenzine...” en “zoals die keer toen iemand de stofjas van die of die in brand stak...”. 

.

We halen Noël af aan de Receptie, en het valt op dat hij zijn das heeft aangedaan. “Omdat dat toen vanzelfsprekend was als leidinggevende,” zegt hij. Waar de huidige dresscode iedereen gelijkschakelt, dienden kleren vroeger om een verschil te maken. Meestergasten droegen een oranje stofjas - en een das.

Hoewel Noël in dienst kwam toen de hiërarchische verschillen nog sterk aanwezig waren, was hij toch altijd een begripsvolle baas met respect voor zijn werknemers. “Altijd rustig, maar nooit zonder een goede portie droge humor,” zei Luc De Vuyst, aan wie Noël destijds rapporteerde. “Ik vergeet nooit mijn eerste dag toen ik hier kwam werken,” zegt Nöel. “Ik was amper zestien jaar, en was overdonderd door de grootte en de drukte van de fabriek. Je komt binnen als een broekje met een heel klein hartje. Daarom maakte ik altijd extra tijd vrij om een nieuwkomer te verwelkomen en hem op zijn gemak te stellen. Het was ook een vaste routine van mij om elke dag, na de opstart, mijn toer te doen, om iedereen goededag te zeggen.”

Wat er in de functie weinig veranderd is, is wat Noël de ‘prikklokstress’ noemt. In huidige termen: de bezetting, ofwel nagaan of je voldoende mensen binnen hebt om de productie op te starten. “Ik denk dat de leidinggevenden vroeger meer dan nu op de vloer aanwezig waren,” zegt Noël, maar Sven De Clerck spreekt hem snel tegen. “We moeten misschien wel meer tijd steken in opvolgingen, maar we zijn nog altijd zoveel mogelijk aanwezig in productie.“ En Rudy, die nu de rol op zich genomen heeft om enkele jonge supervisors in GC op te leiden, beaamt dat: “Het belangrijkste aan een supervisor is dat hij ter plaatse is, waar de productie plaatsvindt, om zijn operatoren en teambegeleiders te ondersteunen.”

20150327-mg7367-rr.jpg

Over de generaties heen zijn de drie supervisors het over één ding eens: ze vervullen een belangrijke, opvoedende taak - de operatoren steeds bijbrengen hoe belangrijk het is om altijd op tijd te komen, en te werken volgens de voorgeschreven methode.

Wanneer we Noël uitgeleide doen, wordt hij nog links en rechts aangesproken, ook al is hij hier al elf jaar weg. Het meest voor de hand liggende grapje is dan: “Ha, Noël, moet je weer ter beschikking zijn voor de arbeidsmarkt?” Noël zou het wel zien zitten, om nog eens voor een paar dagen terug te keren, als zijn rug het hem mogelijk zou maken. “Ik denk nog altijd aan Volvo als ‘mijn’ bedrijf, zegt hij. Toen ik hier begon te werken, verdiende ik 26 frank en een kwart. Ik - een broekje van zestien - kwam thuis en zei tegen mijn moeder: voor zo weinig geld kan ik toch niet blijven werken? Mijn wijze moeder zei toen: wacht nog even af jongen. Ondertussen heb ik het bedrijf zien groeien, ik zag het gaan door pieken en door dalen, maar wat ik vandaag zie, vond ik vroeger ook al: dit is duidelijk een topbedrijf. Ik was fier om hier te werken, en nu ben ik fier om hier gewerkt te hebben. Toen ik met pensioen ging zei ik tegen mijn collega’s: Dit is een mooi bedrijf - draag er goed zorg voor. Ik ben blij dat ze dat gedaan hebben.”

FACT
Noël Mortier, Supervisor Eindgebied. Geboren: 1950. In dienst: 1967. Met brugpensioen: 2004
Rudy Bartholomieux, Supervisor Esdic. Geboren: 1962. In dienst: 1982
Sven De Clerck, Supervisor Eindgebied. Geboren: 1987. In dienst: 2012.

Naar boven