De geschiedenis van Volvo in België begon al voor 1965 - zelfs al in de jaren 30. We blikken even terug op deze ‘prehistorie’.

SBMA
Lang voordat er sprake was om in België een Volvo-fabriek op te richten, was het Zweedse merk in ons land al aanwezig dankzij de onafhankelijke importeur SBMA (Société Belge de Matériel Automobile), gevestigd in Vorst. Zoals wel vaker gebruikelijk was, deed deze invoerder ook aan assemblage op bescheiden schaal, ook voor andere merken. SBMA bouwde een textielfabriek in Alsemberg om tot een plaats waar Volvo-personenauto’s én vrachtwagens geassembleerd werden. SBMA baatte ook een garage uit in Gent, in de Bagattenstraat. Die zou later uitgroeien tot het huidige ACG (Automobiel Center Gent).

De productie startte in Alsemberg in 1964. Toen was Volvo al zijn plannen aan het uittekenen voor de fabriek in Gent. In 1965 stopte de productie van personenauto’s in Alsemberg; de productie van (zware) vrachtwagens zou er nog doorgaan tot 1990.
In die pioniersperiode werden in Alsemberg zo’n tien auto’s en drie vrachtwagens per dag naast elkaar geassembleerd. Voorgeassembleerde onderdelen werden aangevoerd via Antwerpen en als een bouwdoos in elkaar gepast. Van een mechanisch aangedreven lijn was nog geen sprake - de auto’s en vrachtwagens werden van het ene naar het andere station doorgeschoven.
SBMA bleef nog tot 1984 instaan voor de verkoop van Volvo’s in België. In dat jaar nam Volvo zelf de invoeractiviteiten over, een trend die je ook zag in andere landen waar de onafhankelijke importeurs geleidelijk aan verdwenen. Er kwamen twee verkooporganisaties: Volvo Cars Belgium (nu: Volvo Car Belux) en Volvo Trucks Belgium. De eerste sales company president van Volvo Cars Belgium was Luc Bracke, een Gentenaar die nog gewerkt had in een Europese marketingorganisatie (Volvo Continental) en die daarna zijn hart had verloren aan Italië, en de verkooporganisatie aldaar had geleid.

De productie in Gent ging van start, op 28 juni 1965. Tijdens de opstartperiode werden er nog personeelsbussen ingelegd naar Alsemberg, om daar te gaan helpen bij de uitloop van de personenauto-activiteiten.